Iedereen kent ze wel, de premie die je krijgt als je spaargeld onaangeroerd laat gedurende 12 maanden. De getrouwheidspremie is echter een doorn in het oog van Mattias Baccino, verantwoordelijk voor de Europese commerciële activiteiten van de Duitse bank Trade Republic.
Matthias Baccino, Markets - Group Lead bij Trade Republic
De getrouwheidspremie bestaat maar in twee landen, in België en Hongarije, stelt Matthias Baccino van Trade Republic, en ze is een aberratie omdat mensen niet correct vergoed worden op hun spaargeld, en ze te lang moeten wachten op de opbrengst. “Het doet mensen ten oprecht geloven dat ze een hoge rente krijgen. De waarheid is dat de voorwaarden zo streng zijn dat spaarders zelden de verwachte opbrengst krijgen. Spaarders worden zo verblind door optisch hoge rendementen die ze in werkelijkheid niet krijgen. En dat terwijl de ECB de banken dagelijks vergoedt.”
Het is volgens Baccino ook niet gemakkelijk om zo spaarrekeningen met elkaar te vergelijken. Door de vaste rente in combinatie met de getrouwheidspremie komt de totale rente vaak niet overeen met de realiteit.
In Europa is het de Europese Centrale Bank (ECB), een democratische publieke instelling, die de rentevoeten bepaalt. Dat is belangrijk, stelt Baccino, want inflatie treft spaarders die koopkracht aantast. “Dan moet de rente omhoog. De kostprijs van een hypotheek is fors gestegen. Dat is heel penibel voor veel mensen. Het is echter een probleem dat mensen accepteren.”
Trade Republic wil een resoluut transparante spaarformule aanbieden. Baccino: “Er zijn geen voorwaarden aan verbonden, behalve dat het gaat om een maximumbedrag van 50.000 EUR. Het spaargeld kan gemakkelijk worden overgeschreven naar een andere rekening, en de depositogarantie van 100.000 EUR per persoon geldt dankzij het beschermingsstelsel in Duitsland of Frankrijk. De rente van 3,75% wordt dagelijks berekend en de interesten worden maandelijks gekapitaliseerd.”
Dat Baccino een lans breekt voor een transparante renteberekening, is geen toeval. Momenteel staat nog altijd meer dan 300 miljard EUR op Belgische spaarrekeningen, dat is meer dan de helft van het jaarlijkse Belgische bbp. Een aanzienlijke oorlogskas die al jaren rond dat niveau hangt. Nog opvallender is dat ruwweg twee derden daarvan bij de vier Belgische grootbanken en slechts een derde bij de overige kleinere financiële spelers, zo’n 25-tal, zit. Opvallend omdat de gemiddelde rentevergoeding op de gemiddelde spaarrekening bij het viertal slechts rond de 0,5% à 1% bedraagt. Op 200 miljard EUR wordt er met andere woorden nauwelijks een rendement gerealiseerd. Reken maar het verschil uit wanneer Trade Republic 3,75% op dit volledig bedrag zou kunnen uitkeren. Het verschil staat te lezen in de kwartaalrapporten van de banksector, waarin recordwinstcijfers staan af te lezen!
En desondanks lijkt het geld bij de vier grootbanken te zijn vastgelijmd: er is geen beweging in te krijgen. Hoe valt die honkvastheid van de Belgische spaarder en de gebrekkige wil om van bank te veranderen eigenlijk te verklaren? Dat is des te opmerkelijker aangezien de gemiddelde Belgische spaarder vrij actief spaart maar passief blijft wanneer het op het veranderen van bank aankomt en zich geen zorgen lijkt te maken over het veel te lage rendement. Het komt bij de meeste spaarders zelfs niet in hen op om ergens anders te kijken. Nochtans is zelf het heft in handen nemen de oplossing volgens Christine Lagarde, de voorzitster van de Europese Centrale Bank, als je vindt dat je rentevergoeding te laag ligt. Ooit liet ze optekenen dat er voldoende concurrentie in de banksector is.
De redenen om te blijven zitten, zijn vooral de eerder aangestipte passiviteit en tevens een gebrekkige financiële kennis waardoor men precies geneigd is om passief te blijven. Die passiviteit is eerder gemakszucht. Van jongsbeen wordt men klant bij een (groot)bank en daarna sluit men er de hypotheeklening en andere contracten af en blijft men zitten. Men wil kort samengevat geen moeite doen om nieuwe stappen te zetten. Het is vandaag nochtans niet echt moeilijk om van bank te veranderen of gewoon een andere rekening te openen. En hoewel er steeds meer jongeren zijn die kritisch staan tegenover hun bank en geldzaken, gaat deze ommezwaai veel te traag.
Veranderen van bank loont nochtans de moeite want op een bedrag van 10.000 EUR is 1% op jaarbasis goed voor een extra 100 EUR. Kijken we naar de aanbiedingen op de Belgische markt van spaarrekeningen dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat de verschillen oplopen en praktisch gezien kan dit effectief enkele honderden euro’s verschillen. Op de Belgische markt zijn zo’n 75 spaarrekeningen beschikbaar en de totale intrest die er kan op gerealiseerd schommelt tussen 0,4% en 3,15%. En de totale intrest is de optelsom van de basispremie en de getrouwheidspremie die een traditionele Belgische spaarrekening naar voor schuift. Dit betekent echter niet dat die totale intrest verworven is vanaf dag 1 die men spaart. En daarenboven zijn aan de spaarrekeningen met de hoogste totale intrest vaak voorwaarden verbonden zoals een minimum- of maximuminleg of een bepaalde periode waarbij het geld op de rekening moet blijven. Dit alles maakt het vergelijken er niet makkelijker op.
Als we kijken naar het lijsten van de meest gulle spaarrekeningen dan zien we vooral spaarrekeningen met een hoge getrouwheidspremies (1,20% basisrente + 1,80% getrouwheidspremie) of (1,40% basisrente + 1,75% getrouwheidspremie). Deze getrouwheidspremie wordt enkel verworven als het spaargeld telkens 1 jaar op de rekening blijft. Haalt men al dan niet noodgedwongen geld af tijdens het jaar dan is deze premie verloren. Op dergelijke spaarrekeningen bent u verplicht voor een langere tijd te blijven sparen (meer dan 3 jaar zonder het spaargeld aan te raken). Daarnaast zijn er ook spaarrekeningen met een hogere basisrente (rente begint te lopen vanaf dag 1) en een lagere getrouwheidspremie. De totale intresten van de meest gulle spaarrekeningen schommelen rond de 2% (1,60% + 0,40% bijvoorbeeld) met één uitschieter van 2,8% (2% + 0,80%).
-----------------