Nu de Europese Commissie haar plannen heeft gepresenteerd om via de begroting en een nieuw herstelfonds van €750 miljard de Europese economie op te peppen en te hervormen, vragen beleggers zich af wat dit betekent voor de financiële markten. Met name de groene ambities van de commissie betekenen dat bepaalde sectoren zullen profiteren, maar ook dat andere achter zullen blijven.
Het voorliggende stimuleringsplan bestaat, naast het fonds van €750 miljard, uit een nieuwe Europese meerjarenbegroting voor de jaren 2021-2027 van €1100 miljard. Het fonds moet voor een deel uit schenkingen bestaan en voor een deel uit leningen, waaraan op voorspraak van onder meer Nederland hervormingsvoorwaarden worden verbonden. De commissie wil daarnaast vooral ontwikkelingen bevorderen in lijn met de eigen klimaatdoelen.
Scott Freedman, obligatiebelegger van Newton Investment Management en co-manager van het BNY Mellon Sustainable Global Dynamic Bond Fund, verwacht dat, mocht het fonds er daadwerkelijk komen, er een duidelijke kloof te zien zal zijn tussen de winnaars en verliezers. Bedrijven die steun ontvangen, worden door het herstelplan duidelijk bevoordeeld, maar bedrijven waaraan de steun voorbijgaat blijven met lege handen achter. Daarnaast zijn er verliezers te vinden bij wie er in de huidige subsidies gesneden dient te worden om dit geld ergens anders in te kunnen zetten. Freedman verwacht een grotere focus op environmental, social en governance (ESG) duurzaamheidseigenschappen die de komende jaren aan zal houden. ‘Bedrijven zullen worden beoordeeld, niet alleen op hun aanpak van de pandemie, maar ook op de vraag of ze in een lange periode van herstel duurzaam kunnen blijven presteren. Ook de omgang met werknemers, klanten, leveranciers en de maatschappij zullen scherp beoordeeld worden’, aldus de fondsmanager.
ESG heeft de Covid19-stresstest doorstaan, stelt Jens Peers, CIO en CEO US voor de duurzame vermogensbeheerder Mirova, onderdeel van Natixis Investment Managers in een webcall voor journalisten dinsdag. ‘Duurzame strategieën hebben tijdens de crisis, en in veel gevallen ook daarvoor, aantoonbaar beter gepresteerd.’
De meeste duurzame beleggers hebben weinig tot geen blootstelling aan sectoren als de traditionele energiesector en luchtvaart. Sectoren die de afgelopen maanden achterbleven. Ook beleggen veel duurzame strategieën in goed presterende sectoren als informatietechnologie en gezondheidszorg.
Het meest belangrijke is volgens Peers het gedrag van bedrijven, ongeacht de sector. ‘Veel duurzame beleggers hebben een aanzienlijke blootstelling aan wat wij kwaliteit noemen, met bijvoorbeeld lage schulden en betrouwbare inkomstenstromen. Bedrijven die over het algemeen geen onverantwoordelijke risico’s nemen en min of meer een veilige haven zijn gebleken tijdens de crisis. Dat heeft dus voor neerwaartse bescherming gezorgd.’
Anne Laurence Roucher, deputy head Mirova voegt daaraantoe: ‘De netto instroom naar ESG-beleggingsstrategieën zal waarschijnlijk blijven, vanwege de combinatie van rendementen en ook een beter begrip onder beleggers van wat er op de lange termijn op het spel staat.’
Hoewel het de stemming op de aandelenmarkten flink is opgeklaard sinds de coronacrash in maart, zijn CIO Pascal Blanqué en Deputy CIO Vincent Mortier van vermogensbeheerder Amundi minder positief. ‘Beleggers moeten rekening houden met een tweede golf aan wanbetalingen en faillissementen als het economische klimaat verder verslechtert’, taxeren de beleggingsstrategen.
Volgens Blanqué en Mortier gaapt er een kloof tussen de hoop en verwachtingen van financiële markten en de economische en pandemische realiteit. Die bevestigt Amundi’s voorzichtige houding en de keuze voor beleggingsthema’s die beter gepositioneerd zijn voor een langzaam economisch herstel.
Andere redenen voor beleggers om voorzichtig te zijn, zijn de heropleving van het conflict tussen de VS en China, de onzekerheid rondom het resultaat van de Amerikaanse verkiezingen en de hoge idiosyncratische risico’s waarmee opkomende markten als Brazilië worden geconfronteerd.