Telkens wanneer de media berichten over gebeurtenissen met financiële gevolgen, slaan ze de lezer om de oren met grote bedragen. De Australische bosbranden hebben tot nu toe naar schatting AUD 4,4 miljard aan schade veroorzaakt. Het begrotingsoverschot van Duitsland bedroeg in 2019 EUR 13,5 miljard. Italië moet dit jaar voor EUR 50 miljard aan nieuwe staatsobligaties verkopen. Ondanks een recente handelsovereenkomst zijn er nog steeds Amerikaanse heffingen van kracht op USD 360 miljard aan geïmporteerde goederen uit China. Maar wat betekenen deze bedragen nu eigenlijk voor beleggers die het nieuws proberen te begrijpen? Wij zien een eenvoudige manier om de ruis weg te nemen en te beoordelen of deze schijnbaar grote bedragen relatief gezien wel echt zo groot zijn: plaats ze in perspectief.
Een bedrag in perspectief plaatsen betekent dat we het omrekenen naar een percentage van een groter totaal dat daarmee samenhangt. Door bijvoorbeeld de kosten van een natuurramp uit te drukken als een percentage van het bruto binnenlands product (bbp, een overheidsschatting van de economische output) kunnen beleggers beter inschatten of de ramp ingrijpende of bescheiden gevolgen voor de economie zal hebben. De hoogte van heffingen uitdrukken als een percentage van het Amerikaanse of wereldwijde bbp biedt een zelfde inzicht. Het volume van uitgegeven staatsobligaties uitdrukken als een percentage van de uitstaande staatsschuld kan een idee geven van de ware omvang van de stijging: is het volume wel echt zo groot als het lijkt?
We kunnen deze benadering toepassen op alle hierboven genoemde bedragen. Zo bedroeg het bbp van Australië in 2018 (het recentste volledige jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn) AUD 1,9 biljoen. De branden zijn een onmiskenbare tragedie, maar de geraamde kosten van AUD 4,4 miljard bedragen slechts 0,23% van het bbp. Het is dus onwaarschijnlijk dat ze de nationale economische activiteit wezenlijk zullen verstoren. De impact van de branden op de economie en de markt blijkt daardoor veel minder groot te zijn dan de problemen op andere vlakken. Hoe zit het met het begrotingsoverschot van Duitsland? Het Duitse bbp bedroeg in 2018 (het recentste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn) EUR 3,34 biljoen. Het begrotingsoverschot van EUR 13,5 miljard euro vertegenwoordigt slechts 0,4% daarvan. Wij vinden dit een tegenargument voor de beweringen van experts dat Duitsland uit zijn recente economische malaise zou kunnen geraken door dit overschot uit te geven – 0,4% van het bbp is simpelweg te weinig om een enorm effect te hebben.
Hoe zit het met Italië? Zal de geplande emissie van EUR 50 miljard aan nieuwe staatsobligaties dit jaar geen overdosis zijn voor beleggers en hen doen afhaken, waardoor financieringsproblemen ontstaan voor wat velen als een onstabiele overheid beschouwen? Eind 2019 stond er voor iets meer dan EUR 2 biljoen aan Italiaanse staatsobligaties uit. EUR 50 miljard aan netto nieuwe uitgiften zou dat bedrag met 2,5% verhogen – niet bepaald een lawine aan nieuwe emissies. We vermoeden zelfs dat beleggers die hunkeren naar schuldpapier met een hoger rendement deze uitgifte zullen verwelkomen als een alternatief voor staatsobligaties met een bodemrente in Duitsland, Frankrijk en andere landen van de eurozone.
Om de Amerikaanse heffingen in perspectief te plaatsen, zijn er twee berekeningen nodig. De USD 360 miljard aan goederen die onderworpen zijn aan heffingen simpelweg uitdrukken als een percentage van het Amerikaanse of wereldwijde bbp, levert niet het gewenste resultaat op, aangezien de goederen zelf niet de directe kosten zijn. De kosten zijn veeleer de heffingen die op die goederen betaald worden. De heffingen variëren van 7,5% tot 25%. Voorzichtigheidshalve – en om de spanningen de ruimte te geven om verder op te lopen – overschatten we graag. Laten we daarom uitgaan van een heffing van 30% over de hele linie. Toegepast op USD 360 miljard aan geïmporteerde goederen zou dat betekenen dat de te betalen Amerikaanse heffingen maximaal USD 108 miljard bedragen. Dat is een onmiskenbaar groot bedrag. Maar het bbp van de VS bedroeg in 2018 (het recentste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn) USD 20,58 biljoen. De te betalen heffingen vertegenwoordigen slechts 0,5% van dat bedrag. Voeg daarbij alle bestaande en dreigende heffingen tussen de VS, China, de EU en andere handelspartners, en de totale betalingen bedragen slechts 0,4% van het wereldwijde bbp in 2019, dat volgens de recentste schatting van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) USD 86,6 biljoen bedraagt.
Volgens ons is er nog een belangrijk domein waar het kan helpen om bedragen in perspectief te plaatsen: het meten van rendement op de aandelenmarkt. Wanneer financiële experts aandelenmarkten zoals de DAX in Duitsland, de CAC 40 in Frankrijk en de Euro Stoxx 50 bespreken, drukken ze marktbewegingen vaak uit in indexpunten. Zo steeg de koers van de CAC 40 vorig jaar met 1.247,36 punten, de op een na hoogste stijging op jaarbasis sinds de start van de index eind 1987. Alleen de stijging met 2.015,66 punten in 1999 was groter. Maar was 2019 echt het op een na beste jaar ooit? Naarmate de indexkoersen stijgen, vertegenwoordigt een bepaalde stijging in indexpunten een steeds kleinere procentuele stijging. De CAC 40 steeg vorig jaar met 26,4%. Dat is veel minder dan de stijging van 51,1% in 1999. Maar het is ook minder dan in 1998, toen de index een rendement van 31,5% opleverde terwijl hij slechts 943,75 punten steeg. Het is ook minder dan in 1997, toen een stijging van 683,18 punten zich vertaalde in een rendement van 29,5%. De stijging van 427,14 punten in 1989 vertaalde zich in een rendement van 27,1%. Het beste jaar van de index – 1988 – was goed voor een rendement van 57,4% bij een stijging van slechts 573,94 punten.
Als u grote bedragen in perspectief plaatst, maakt dat u niet plotsklaps een perfecte belegger – perfectie bestaat niet. Maar het helpt u wel om te beoordelen of een ogenschijnlijk goede of slechte ontwikkeling echt wel zo significant is voor de economie of de markten als sommige financiële experts doen uitschijnen. Wij denken dat dit u kan helpen om verstandige portefeuillebeslissingen te nemen.
____________________________________________
Fisher Investments België is de handelsnaam die Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in België gebruikt ("Fisher Investments België"). Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, een in Luxemburg geregistreerde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Ondernemingsnummer: B228486), is gereguleerd door de Commission de Surveillance du Secteur Financier ("CSSF") en de statutaire zetel is geregistreerd op K2 Building, Forte 1, 2a rue Albert Borschette, Troisième étage, L-1246 Luxembourg.
Dit document bevat de algemene visie van Fisher Investments België en dient niet te worden beschouwd als persoonlijk beleggings- of fiscaal advies of een afspiegeling van de prestaties van cliënten. Er wordt niet gegarandeerd dat Fisher Investments België deze visie zal handhaven. Deze kan immers veranderen op grond van nieuwe informatie, analyses of heroverweging. Niets in dit document is als aanbeveling of prognose van marktomstandigheden bedoeld. Het is eerder bedoeld om een standpunt weer te geven. De huidige en toekomstige markten kunnen sterk afwijken van de hier geschetste markten. Bovendien worden geen garanties gegeven met betrekking tot de nauwkeurigheid van eventuele aannames gemaakt in illustraties in dit document. Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.
____________________________________________