De Europese Centrale Bank suggereerde onlangs om tijdens haar vergadering in september de al negatieve rente nog verder te verlagen. In dit artikel behandelen we een aantal veelvoorkomende vragen over zo’n renteverlaging.
De ECB ziet renteverlagingen als een middel om de economische groei te stimuleren. In juni 2014 verlaagde de ECB de depositorente (de rente op deposito's van banken bij de centrale bank) voor het eerst tot onder het nulpunt, naar -0,1%. De voorzitter van de ECB, Mario Draghi, gaf destijds aan dat de maatregel "bedoeld was om de groei te stimuleren, om het herstel in gang te zetten. En daardoor kan de rente later weer stijgeni. Banken negatieve rente aanrekenen over hun overtollige reserves – een heffing dus, terwijl banken normaal gesproken rente ontvangen – moest hen aansporen hun cashoverschotten uit te lenen, in plaats van ze passief op te slaan. In daaropvolgende vergaderingen verlaagde de ECB de depositorente nog verder. Dit gebeurde voor het laatst in maart 2016, toen de rente op het huidige niveau van -0,4% afklokte.
We zien geen onomstotelijk bewijs dat de renteverlaging inderdaad gewerkt heeft – tenminste niet zo goed als de centrale bank waarschijnlijk gehoopt had. Uit een onderzoek dat in 2018 voor het Europees Parlement is uitgevoerd, blijkt dat de directe kosten van de negatieve ECB-rentevoeten miljarden euro's per jaar bedragenii . Bovendien moeten banken door de negatieve korte rente op zoek naar alternatieven, waardoor ook het rendement op andere overheidseffecten daalde, zoals dat op staatsobligaties met langere looptijden. Het terugkoopprogramma voor obligaties met een langere looptijd, dat de ECB in 2015 in het kader van haar monetaire verruimingsbeleid lanceerde, woog ook zwaar op de lange rente. Door deze beleidsmaatregelen en de daaropvolgende krimpende spread tussen de korte en de lange rente, zagen banken hun winst teruglopen. De korte rente komt over het algemeen redelijk overeen met de financieringskosten van banken voor leningen die zij zelf afsluiten, terwijl de lange rente een indicator is van de rente op verstrekte leningen. De kleinere spreads betekenden ook krappere winstmarges op nieuwe leningen, waardoor banken minder geneigd zijn leningen te verstrekken.
Ondanks dit alles wist de economie in de eurozone te groeien en uit te breiden. Er werden meer leningen afgesloten. In juni 2014, toen de ECB voor het eerst negatieve rentevoeten invoerde, kromp de kredietverlening binnen de privésector met 1,5% j-o-jiii .
Wij denken dat een verdere renteverlaging geen zin meer heeft, in ieder geval niet op de manier die de ECB in gedachten heeft. Op 18 juni zinspeelde Draghi op mogelijke nieuwe renteverlagingen en een nieuwe ronde monetaire verruiming. Toen het idee nog maar geopperd werd om de al negatieve rente nog verder te verlagen en langlopende effecten op te kopen, belandde de lange rente op vastrentende effecten al opnieuw in de rode cijfers. Daardoor werden de rentecurves, waarmee de rente op obligaties van alle looptijden in kaart wordt gebracht, in de gehele eurozone vlakker. (Figuur 1)
Bron: ECB, 15/8/2019. Rentecurve "all bonds" van de ECB, 17/6/2019 en 14/8/2019. NB: er bestaat geen collectieve schuld voor de eurozone. De ECB gebruikt voor deze "eurozone-rentecurve" het gemiddelde van de rentecurves van alle lidstaten van de eurozone.
Als de ECB renteverlagingen doorzet en de rentecurve zich weet te herstellen, kan dat het beleggerssentiment ten goede komen. Dat zou waarschijnlijk ook positieve gevolgen hebben voor de wereldwijde rentecurve. Omdat banken wereldwijd leningen kunnen afsluiten en verstrekken, zoeken ze hun financiering uiteraard daar waar die het gunstigst is en verstrekken ze leningen waar dat het winstgevendst is. Om die reden kan goedkopere financiering in Europa de wereldwijde kredietmarkt stimuleren. De grootste bedrijven uit de eurozone zijn actief op wereldwijde markten, dus naar onze mening is wat goed is voor de wereld ook goed voor Europa.
Facebook: https://www.facebook.com/FisherInvestmentsBelgie/
Twitter: https://twitter.com/FisherInvestBE
LinkedIn: https://www.linkedin.com/company/fisher-investments-europe---belgië
Fisher Investments België is de handelsnaam die Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in België gebruikt ("Fisher Investments België"). Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, een in Luxemburg geregistreerde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Ondernemingsnummer: B228486), is gereguleerd door de Commission de Surveillance du Secteur Financier ("CSSF") en de statutaire zetel is geregistreerd op K2 Building, Fabryki Mebli Forte 1, 2a rue Albert Borschette, Troisième étage, L-1246 Luxembourg. Fisher Investments België besteedt sommige aspecten van het dagelijks beleggingsadvies, van het portefeuillebeheer en van de transacties uit aan haar dochterondernemingen. Meer specifiek zal de voorbereiding van rapporten met betrekking tot de geschiktheid van de beleggingen gedeeltelijk uitgevoerd worden door Fisher Investments Europe Limited, handelend onder de naam Fisher Investments UK ("Fisher Investments UK"), en zal de dagelijkse besluitvorming over de portefeuillestrategie uitgevoerd worden door Fisher Asset Management, LLC, handelend onder de naam Fisher Investments ("Fisher Investments"). De transacties kunnen worden verricht door Fisher Investments België, Fisher Investments UK of andere dochterondernemingen.
Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.
____________________________________________
i "Introductory Statement to the Press Conference (With Q&A)," Mario Draghi, ECB, 5/6/2014. https://www.ecb.europa.eu/press/pressconf/2014/html/is140605.en.html
ii "Excess Liquidity and Bank Lending Risks in the Euro Area," Zsolt Darvas en David Pichler, Bruegel, september 2018. https://bruegel.org/wp-content/uploads/2018/09/PC-16-2018.pdf
iii Bron: ECB, 24/7/2019. Leningen binnen de privésector, aangepast voor verkopen van leningen, effectisering en notional cash pooling, juni 2014.
iv Ibid. Leningen binnen de privésector, aangepast voor verkopen van leningen, effectisering en notional cash pooling, mei 2015.