Inflatie – of die nu te hoog of te laag is – is vaak het gespreksonderwerp van economen en deskundigen in de financiële markten. Maar uit ervaring weten wij dat velen zich niet realiseren welke impact inflatie op de kapitaalmarkten heeft. Inflatie kan beleggers belemmeren bij het halen van hun langetermijndoelstellingen. Deze beknopte handleiding schept duidelijkheid.
Inflatie is een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten in de hele economie, waardoor de waarde van geld daalt en men dus met één euro minder kan kopen dan voorheen. Statistici meten de inflatie doorgaans door tientallen gewone aankopen te bundelen in wat economen een "inflatiemandje" noemen en vervolgens maandelijks de evolutie van de totale prijs van de goederen in dat mandje op te volgen. Aangezien de voorkeuren van consumenten, producten en de markt veranderen, proberen statistici gelijke tred te houden door achterhaalde goederen uit het mandje te verwijderen en ze te vervangen door nieuwe.
Hoewel er verschillende manieren zijn om inflatie te meten, houden de indicatoren van de overheid doorgaans geen rekening met uw individuele situatie. De goederen en diensten die u verbruikt komen waarschijnlijk niet volledig overeen met die in het inflatiemandje. Misschien geeft u meer geld uit aan huisvesting of restaurantbezoeken dan deze categorieën doorwegen in de meetinstrumenten voor inflatie. Het is dus mogelijk dat uw persoonlijke situatie niet overeenkomt met de inflatie zoals die gemeten is door brede indicatoren. Wij beschouwen de officiële inflatiecijfers over het algemeen dan ook niet als een maatstaf voor de kosten van levensonderhoud.
Op de financiële markten hangt de impact van de inflatie af van het soort instrumenten waarin u belegt, bijvoorbeeld schuldinstrumenten of aandelen. Schuldinstrumenten – voornamelijk obligaties – kunnen door inflatie hoofdzakelijk op twee manieren negatief worden beïnvloed. Ten eerste doet inflatie de koopkracht afnemen van de regelmatige inkomstenstroom waar obligaties meestal voor zorgen. Hoe hoger de inflatie, hoe minder u met dezelfde hoeveelheid geld kunt kopen. In de loop der jaren holt de inflatie de waarde van geld uit, waardoor u met één euro minder goederen en diensten kunt kopen dan voorheen.
Ten tweede leidt dit eerste punt er volgens ons doorgaans toe dat de marktwaarde van obligaties (d.w.z. de prijs waartegen u in de open markt kunt kopen of verkopen) gevoelig is voor de inflatieverwachtingen. Als de inflatieverwachtingen sterker worden, zal de rente als gevolg daarvan waarschijnlijk stijgen. Hierdoor dalen de obligatiekoersen, die in de tegengestelde richting van de rente bewegen – als de rente stijgt, dalen de koersen, en omgekeerd. Bijvoorbeeld: stel dat een obligatie een marktwaarde heeft van EUR 1.000 en dat er jaarlijks EUR 50 rente op wordt uitbetaald – een rente van 5% (EUR 50/EUR 1.000 = 5%). Als de geldende rente naar 10% stijgt, wordt de rente van de obligatie uit ons voorbeeld onaantrekkelijk in vergelijking met die van nieuw uitgegeven schuldinstrumenten. De obligatie zou immers de contractueel vastgelegde coupon van EUR 50 blijven uitbetalen. De marktwaarde ervan zou dus tot ongeveer EUR 500 terugvallen. Dit zou betekenen dat kopers op de secundaire markt ook 10% zouden verdienen (EUR 50/EUR 500 = 10%).
Hogere rente compenseert voor het vermeende toekomstige verlies aan koopkracht van de markt. Hoe langer de looptijd van de obligaties, hoe gevoeliger hun huidige marktwaarde wellicht is omdat inflatie een groter risico vormt voor de koopkracht van toekomstige rentebetalingen. Omgekeerd geldt echter ook dat dalende inflatieverwachtingen de rente doen zakken, waardoor de obligatiekoersen stijgen.
Beleggers van wie de portefeuille tijdens hun pensioen kasstroom moet genereren, doen er naar onze mening goed aan na te gaan welke impact inflatie in de loop der tijd op hun kasstroombehoeften heeft. Als EUR 50.000 vandaag voldoende is om uw jaarlijkse kosten voor levensonderhoud te dekken, is het wellicht niet realistisch om te verwachten dat EUR 50.000 over 10 of 20 jaar nog steeds zal volstaan, aangezien de dagelijkse uitgaven en grotere aankopen waarschijnlijk hoger dan EUR 50.000 zullen uitvallen. Wij zijn van mening dat pensioengerichte beleggers er baat bij kunnen hebben om meer op groei gerichte aandelen in hun portefeuille op te nemen, omdat ze zo de kans vergroten dat ze later in hun leven hogere kasstromen zullen kunnen genereren.
Het effect van inflatie op aandelen is minder uitgesproken. Als een snelle inflatietoename een onderdeel is van een negatief economisch klimaat, kan inflatie een daling op de aandelenmarkten in de hand werken. In de jaren 70 en begin jaren 80, bijvoorbeeld, leden de ontwikkelde markten onder de hoge inflatie, die vele economieën destabiliseerde en leidde tot een zwakke groei, recessie en hevige bearmarkten (langdurige, door fundamentele factoren veroorzaakte dalingen van de aandelenmarkten van meer dan 20%). In Italië steeg de inflatie van de consumptieprijzen in december 1981 naar 18,1% en sloeg de groei van het bruto binnenlands product (bbp, een overheidsschatting van de nationale economische output) in het tweede kwartaal van 1982 om in een negatieve groei. i Tegelijk vielen Italiaanse aandelen tussen 3/6/1981 en 13/7/1982 met 44,2% terug. ii De inflatie in Frankrijk schoot omhoog van 8,5% in december 1973 tot 15,2% een jaar later. iii De economie van het land begon te krimpen in het vierde kwartaal van 1974. iv De Franse markten daalden van april 1973 tot september 1974 met 52,7%.v In Duitsland bereikte de inflatie in december 1973 7,9% en in het tweede kwartaal van 1974 sloeg de economische groei van het land om in een negatieve groei. vi Duitse aandelen zakten van maart 1973 tot september 1974 met 33,6%.vii
Over langere perioden zijn aandelen echter vaak een doeltreffende middel tegen inflatie gebleken. De MSCI World Index behaalt bijvoorbeeld sinds 1970 een rendement van 8,5% op jaarbasis. viii De historische inflatiecijfers over de eurozone gaan niet zo ver terug, maar Duitsland, Frankrijk en Italië noteren een rendement van respectievelijk 2,4%, 3,7% en 5,9% op jaarbasis. ix Dit klinkt logisch als je bedenkt dat een aandeelhouder door het bezit van een aandeel aanspraak kan maken op de toekomstige winst, waar ook de impact van inflatie in verrekend is. Hoewel inflatie de kosten van een bedrijf kan doen toenemen, kan het ook de inkomsten ervan doen stijgen. Ondertussen proberen de managers van een bedrijf om de gevolgen van de inflatie voor de activiteiten van hun organisatie te beperken en zo de winst op langere termijn te stimuleren. Soms slagen ze daarin, soms ook niet, maar over het algemeen en gemiddeld genomen zijn de brede aandelenindexen in het verleden op lange termijn altijd sneller gestegen dan de inflatie.
Facebook: https://www.facebook.com/FisherInvestmentsBelgie/
Twitter: https://twitter.com/FisherInvestBE
LinkedIn: https://www.linkedin.com/company/fisher-investments-europe---belgië
Fisher Investments België is de handelsnaam die Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in België gebruikt ("Fisher Investments België"). Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, een in Luxemburg geregistreerde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Ondernemingsnummer: B228486), is gereguleerd door de Commission de Surveillance du Secteur Financier ("CSSF") en de statutaire zetel is geregistreerd op K2 Building, Fabryki Mebli Forte 1, 2a rue Albert Borschette, Troisième étage, L-1246 Luxembourg. Fisher Investments België besteedt sommige aspecten van het dagelijks beleggingsadvies, van het portefeuillebeheer en van de transacties uit aan haar dochterondernemingen. Meer specifiek zal de voorbereiding van rapporten met betrekking tot de geschiktheid van de beleggingen gedeeltelijk uitgevoerd worden door Fisher Investments Europe Limited, handelend onder de naam Fisher Investments UK ("Fisher Investments UK"), en zal de dagelijkse besluitvorming over de portefeuillestrategie uitgevoerd worden door Fisher Asset Management, LLC, handelend onder de naam Fisher Investments ("Fisher Investments"). De transacties kunnen worden verricht door Fisher Investments België, Fisher Investments UK of andere dochterondernemingen.
Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.
__________________________
i Bron: Federal Reserve Bank of St. Louis, 9/5/2019. Consumer Price Index of All Items in Italië, december 1981, en reëel bbp van Italië, 2e kw. 1982.
ii Bron: FactSet, 9/5/2019. MSCI Italy Price Index in euro en lire, 3/6/1981 – 13/7/1982.
iii Bron: Federal Reserve Bank of St. Louis, 9/5/2019. Consumer Price Index of All Items in Frankrijk, december 1973 – december 1974.
iv Ibid. Reëel bbp van Frankrijk, 4e kw. 1974.
v Bron: FactSet, 9/5/2019. MSCI France Price Index in euro en Franse frank, april 1973 – september 1974.
vi Bron: Federal Reserve Bank of St. Louis, 9/5/2019. Consumer Price Index of All Items in Duitsland, december 1973, en reëel bbp van Duitsland, 2e kw. 1974.
vii Bron: FactSet, 9/5/2019. MSCI Germany Price Index in euro en Duitse mark, maart 1973 – september 1974.
viii Bron: FactSet en Eurostat, 9/5/2019. Rendement van de MSCI World Index met nettodividenden, in euro en de Europese rekeneenheid (European Currency Unit, ECU), januari 1971 – april 2019.
ix Bron: Federal Reserve Bank of St. Louis, 9/5/2019. Consumer Price Index of All Items in Duitsland, Frankrijk en Italië, januari 1970 – maart 2019 (behalve die van Duitsland, die loopt tot februari 2019).