Veel beleggers kennen de uitdrukking Sell in May and Go Away; het argument om gedurende de zomer aandelen van de hand te doen en ergens in het najaar weer in te stappen. Volgens het spreekwoord zouden beleggers zo een periode kunnen vermijden waarin aandelen historisch gezien minder goed presteren.
Sell in May (verkopen in mei) is een bekend voorbeeld van seizoensgebonden beleggerswijsheden, maar het is niet de enige. We kennen ook het januari-effect en de kerstman-rally. Wij menen dat zulk advies niet werkt; volgens ons zijn de aandelenmarkten ongevoelig voor dergelijke verschijnselen.
Het traditionele gezegde Sell in May luidt voluit: Sell in May and go away, don’t come back until St. Leger’s Day. Het stamt uit de 19e eeuw, toen effectenmakelaars lange zomervakanties namen en terugkeerden rond de paardenraces op de dag van St. Leger in september. Door de afwezigheid van de effectenmakelaars werd er weinig gehandeld en waren aandelen op de London Stock Exchange weinig liquide. Dit werd indertijd alom beschouwd als een remmende factor voor de kapitaalmarkten. Volgens de moderne interpretatie van Sell in May, zoals aangeprezen door publicaties als de Stock Trader’s Almanac, loopt deze periode van eind april tot eind oktober. Op het eerste zicht lijken de cijfers deze bewering te ondersteunen. De cijfers van de Amerikaanse S&P 500, die tot ver in de tijd teruggaan, tonen aan dat het gemiddelde rendement van 30 april tot en met 31 oktober achterblijft bij alle andere periodes van zes maanden.
Bron: Global Financial Data, Inc., per 4/11/2018. S&P 500 Total Return Index , januari 1926 – december 2017. Weergegeven in Amerikaanse dollar. Wisselkoersschommelingen tussen de dollar en de euro kunnen tot hogere of lagere beleggingsrendementen leiden.
Wij menen echter dat men door deze strategie te volgen belangrijke aspecten over het hoofd ziet. Een daarvan is dat het zesmaandelijks voortschrijdend gemiddelde over de hele lijn positief is. De periode van 30 april tot 31 oktober was in relatief opzicht de zwakste, maar de historisch gemiddelde rendementen waren niet negatief. Voorts menen wij dat op periodieke basis aandelen kopen en verkopen tot extra kosten leidt. Er gaan zeer vaak monetaire kosten mee gepaard, van de commissies voor het kopen en verkopen van aandelen tot potentiële fiscale gevolgen, al naar gelang de persoonlijke situatie van de belegger. Er kan ook sprake zijn van opportuniteitskosten: wanneer de aandelen gedurende de uitstapperiode zouden stijgen, zou een aanhanger van de Sell in May-benadering deze waardevermeerdering dus mislopen. Gedurende de huidige wereldwijde bullmarkt zou Sell in May slechts gedurende drie van de afgelopen negen jaar effectief zijn geweest; juist genoeg zodat beleggers erin blijven geloven. Maar naar onze mening is dat niet voldoende om nuttig te zijn. (Figuur 2) Wanneer u als langetermijnbelegger groei nastreeft, zou u uw portefeuille kunnen benadelen door het mislopen van positieve periodes.
Bron: FactSet, per 17/4/2018. Rendement MSCI World Index met nettodividenden, euro, 30/4 – 31/10 van 2009 – 2017. De wereldwijde bullmarkt is begonnen op 3/9/2009.
Wij menen dat seizoensgebonden wijsheden miskennen hoe aandelenmarkten over het algemeen functioneren. Wij denken dat markten alle algemeen bekende informatie verdisconteren. Foefjes van de markt worden snel ontdekt en verdisconteerd in de verwachtingen van de beleggers en daarmee in de aandelenkoersen, zodat het effect teniet wordt gedaan. Bovendien menen wij dat aandelen toekomstgericht zijn. Economische en politieke factoren en het sentiment zijn naar onze mening het meest bepalend voor de komende 3-30 maanden— en niet de vakantieplannen van de financiële sector.
Wij denken dat deze redenering ook van toepassing is op alle andere seizoensgebonden gezegdes. Historische marktcijfers tonen aan dat, in tegenstelling tot wat aanhangers van het "januari-effect" beweren, de eerste vijf handelsdagen in januari niet bepalend zijn voor de richting van de markt. De rendementen in januari zijn evenmin een eenduidige voorspelling voor de rendementen gedurende het ganse jaar, wanneer men het volledige spectrum van maandelijkse en jaarlijkse historische rendementen analyseert. De cijfers tonen aan dat de kerstman-rally, die uitgaat van hoge rendementen eind december, al even dubieus is. Dergelijke wijsheden klinken misschien aantrekkelijk, maar vormen naar onze mening geen goede basis voor het nemen van beleggingsbesluiten.
Meta : https://www.facebook.com/FisherInvestmentsBelgie/
Twitter: https://twitter.com/FisherInvestBE
LinkedIn: https://www.linkedin.com/company/fisher-investments-europe---belgië
Fisher Investments België is de handelsnaam die Fisher Investments Luxembourg, Sàrl in België gebruikt ("Fisher Investments België"). Fisher Investments Luxembourg, Sàrl, een in Luxemburg geregistreerde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Ondernemingsnummer: B228486), is gereguleerd door de Commission de Surveillance du Secteur Financier ("CSSF") en de statutaire zetel is geregistreerd op K2 Building, Fabryki Mebli Forte 1, 2a rue Albert Borschette, Troisième étage, L-1246 Luxembourg. Fisher Investments België besteedt sommige aspecten van het dagelijks beleggingsadvies, van het portefeuillebeheer en van de transacties uit aan haar dochterondernemingen. Meer specifiek zal de voorbereiding van rapporten met betrekking tot de geschiktheid van de beleggingen gedeeltelijk uitgevoerd worden door Fisher Investments Europe Limited, handelend onder de naam Fisher Investments UK ("Fisher Investments UK"), en zal de dagelijkse besluitvorming over de portefeuillestrategie uitgevoerd worden door Fisher Asset Management, LLC, handelend onder de naam Fisher Investments ("Fisher Investments"). De transacties kunnen worden verricht door Fisher Investments België, Fisher Investments UK of andere dochterondernemingen.
Beleggen op de financiële markten brengt een risico van verlies met zich mee en er is geen garantie dat het belegde kapitaal geheel of gedeeltelijk terugbetaald zal worden. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor toekomstige rendementen en geven daar geen betrouwbare indicatie van. De waarde en opbrengst van de beleggingen volgen de schommelingen van de wereldwijde aandelenmarkten en van de internationale wisselkoersen.