BNP Paribas: De productiviteit van ecosystemen

Het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) toonde in 2019 aan dat de biodiversiteit in een verontrustend tempo aan het verdwijnen is. Meer dan één miljoen diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Nog geen jaar later concludeerde het Wereld Natuur Fonds dat het aantal wilde dieren sinds 1970 met 68% is afgenomen. Wetenschappers zijn het erover eens dat dit verlies aan biodiversiteit de zesde massale uitstervingsgolf op aarde is. Alleen is nu de mens verantwoordelijk.

Het World Economic Forum schat dat meer dan de helft van de wereldwijde economische waarde afhankelijk is van voedsel, drinkwater of bouwmaterialen die niet worden voortgebracht zonder zogenaamde ecosysteemdiensten. Ook in een diensteneconomie zijn veel economische activiteiten afhankelijk van ecosystemen, zo is naar schatting in Frankrijk 42% van de effecten van financiële instellingen nauw verbonden met de diensten die ecosystemen leveren. Dit maakt de maatschappelijke impact van biodiversiteitsverlies tastbaar en laat zien hoe sterk werkgelegenheid en welvaart verbonden zijn met natuurbeheer.

De kosten van het verlies aan biodiversiteit worden geschat op $4 tot $20 biljoen per jaar volgens een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Het gaat hierbij niet alleen om directe kosten van mislukte oogsten, maar ook om indirecte kosten doordat ecosystemen die cruciale diensten leveren, zoals waterzuivering en bestuiving, niet goed meer functioneren. Ecosysteemdiensten zijn onmisbare nutsbedrijven voor de mens, maar omdat ze niet op waarde worden geschat dreigen ze nu om te vallen.

Verzuim onder natuurlijke bestuivers

De Nederlandse economie is bijvoorbeeld in de tuinbouw en fruitteelt direct afhankelijk van ecosysteemdiensten. Gewassen zoals appels, peren en kersen zijn voor meer dan 80% van hun opbrengst afhankelijk van natuurlijke bestuiving. Een gezond en gevarieerd ecosysteem verhoogt direct de productiviteit van akkers en boomgaarden. De Nederlandsche Bank (DNB) schat dat ongeveer €510 miljard aan investeringen in Nederland afhankelijk is van ten minste één ecosysteemdienst, zoals bestuiving. Volgens DNB vertegenwoordigt dit 36% van de portefeuille van meer dan €1.400 miljard die het heeft onderzocht.

Investeren in bescherming en herstel

Tijdens COP15 in Montreal, het vijftiende congres van partijen die het Verdrag voor Biologische Diversiteit (CBD) onderschrijven, werd het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework goedgekeurd. Dit ambitieuze akkoord heeft tot doel om 30% van de gebieden op land en zee te beschermen, met name gebieden van bijzonder belang voor de biodiversiteit, en 30% van het aangetaste land te herstellen in 2030. Tegelijkertijd is dit een kans voor bedrijven en financiële instellingen om te investeren in biodiversiteitsvriendelijke economische activiteiten die de natuur ondersteunen, nieuwe markten te ontsluiten en innovatie te stimuleren.

Camille Maclet, biodiversiteitsexpert bij BNP Paribas, benadrukt het belang van de integratie van natuurbeschermings- en hersteloverwegingen in economische sectoren. Landbouw-, bosbouw-, mijnbouw- en visserijsectoren zijn bijzonder relevant, maar ook in andere sectoren zijn er kansen om oplossingen met een positief effect op de natuur te stimuleren – zowel in directe bedrijfsvoering als in de waardeketens, die vaak verbonden zijn aan land- of mijnbouw.

Banken hebben verschillende mogelijkheden om de groene transitie van klanten te ondersteunen. Zo kunnen ze financiële oplossingen ontwikkelen voor bedrijven die investeren in biodiversiteitsbescherming en -herstel, innoveren op het snijvlak van natuur en klimaat, en bijdragen aan een rechtvaardige transitie. Samenwerking is essentieel voor deze transitie. Denk hierbij aan optrekken met overheidsinstanties, kennisinstellingen, het maatschappelijk middenveld, lokale gemeenschappen en, waar relevant, inheemse volkeren.

"We kunnen de huidige wereldwijde achteruitgang van de natuur niet negeren, net zoals we klimaatverandering en de gevolgen van vervuiling niet kunnen negeren. Dit zijn verschillende kanten van dezelfde mondiale ecologische crisis met enorme gevolgen voor de economie. Bedrijven en financiële instellingen moeten hun afhankelijkheden, risico's, impact en kansen met betrekking tot de natuur begrijpen en daarop inspelen. Daarmee versterken ze zowel hun eigen als de collectieve veerkracht.

Via financieringsbeleid en klantbetrokkenheid moedigt BNP Paribas klanten aan om de oorzaken van biodiversiteitsverlies in hun bedrijfsvoering in kaart te brengen en kansen te zoeken om positieve invloed op de natuur te hebben. BNP Paribas richt zich op de vijf belangrijkste drijvende krachten van natuurverlies, zoals gedefinieerd door het IPBES. Zo richten we ons onder andere op grondstoffen die bijdragen aan tropische ontbossing. BNP Paribas moedigt klanten die rundvlees of soja produceren of kopen uit de Amazone en de Cerrado in Brazilië aan om in 2025 'zero deforestation' te bereiken. Daarnaast hebben we ons in 2021 gecommitteerd om in 2025 €4 miljard aan kredietverlening en obligatiefacilitering te verstrekken aan projecten die bijdragen aan biodiversiteitsherstel en -bescherming.

Samenwerking is van essentieel belang. Daarom neemt BNP Paribas deel aan verschillende initiatieven, waaronder Act for Nature International, de Taskforce on Nature-related Financial Disclosures (TNFD) en het Partnership for Biodiversity Finance Accounting (PBAF). Financiële instellingen en bedrijfsleven werken hier samen aan het opbouwen van kennis en bewustwording over het belang van biodiversiteitsbescherming en -herstel, en het ontwikkelen van marktpraktijken ter ondersteuning van de transitie naar een groenere, veerkrachtigere economie."