Geen 1929, wel 1907...

Heel wat kranten en beleggingsbladen schreven afgelopen najaar dat we aan de vooravond van een nieuwe Grote Depressie zouden staan. Het jaar 1929 – het jaar waarin de Amerikaanse beurzen crashten en het jaar dat gezien wordt als de inleiding van de depressiejaren – lijkt in het collectieve geheugen gegrift.

En hoewel er afgelopen najaar zondermeer sprake van paniek was, lijkt een nieuwe depressie ons onwaarschijnlijk. Overheden begaan dit keer niet de blunders die zij toen wel begingen. De paniek van 2008 lijkt beter vergelijkbaar te zijn met die van 1907. Ook toen zorgde adequaat ingrijpen ervoor dat een depressie uitbleef en aandelenkoersen zich relatief snel konden herstellen.

1929
Net als afgelopen najaar brak in het najaar van 1929 paniek uit. Volgend op de zeer voorspoedige jaren '20, crashte de Amerikaanse beurs in oktober 1929. Halverwege 1932 was de Amerikaanse beurs bijna 85% in waarde gedaald. En ook andere beleggingscategorieën zoals onroerend goed en obligaties kenden dramatische dalingen. Liquiditeit droogde in sneltempo op.

Banken die geld nodig hadden waren genoodzaakt aandelen, onroerend goed en obligaties te verkopen. Dat leidde tot verdere prijsdalingen. Een typisch voorbeeld van een liquiditeitscrisis. Rond 1933 waren inmiddels 11.000 van de 25.000 Amerikaanse banken failliet.

Bovenstaande, in combinatie met een algemene vertrouwenscrisis ten aanzien van de overheid en banken, leidde tot substantiële dalingen in bestedingen en als gevolg daarvan ook in de productie. Burgers werden reddeloos, radeloos en redeloos.

Wat de paniek, begonnen in het najaar van 1929, echter tot een depressie maakte was een aaneenschakeling van fouten door beleidsmakers en centrale banken...

Andrew Mellon, toenmalig Amerikaans minister van Financiën, deed simpelweg niets ter bestrijding van de crisis. President Herbert Hoover was eveneens fel gekant tegen overheidsinterventies. Sterker nog, om begrotingstekorten door verminderde belastinginkomsten op te vangen werd besloten tot forse bezuinigingen op de overheidsuitgaven. Een pro-cyclisch overheidsbeleid aldus, wat de neerwaartse spiraal enkel versterkte.

En de 'Reserve Bank of New York' - te beschouwen als de voorloper van de huidige Amerikaanse Centrale Bank - besloot op haar beurt de rentetarieven te verhogen. Dit om speculatie tegen te gaan, maar het leidde alleen maar tot een verder economisch verval. Wereldwijd trachten landen vervolgens hun eigen economie te beschermen door importbelastingen op te leggen, bestaande belastingen te verhogen en de import middels quota verder te beperken. Dit leidde ertoe dat de wereldhandel in 1932 meer dan gehalveerd was.

De paniek van 1929 kon door deze aaneenschakeling van fouten uitgroeien tot een depressie van ongekende omvang. Maar dit keer – over de actuele situatie hebben we het nu – lijken overheden en centrale banken echter grosso modo wel juist opgetreden te hebben.

Wereldwijd hebben overheden spaartegoeden gegarandeerd om daarmee een massale run op banken te voorkomen. Ze hebben het systeem met liquiditeiten overspoeld en leningen tussen banken onderling eveneens gegarandeerd. Op gecoördineerde wijze zijn de rentetarieven wereldwijd verlaagd en eveneens is men inmiddels bijna wereldwijd wel overtuigd van de win-winsituatie die vrije wereldhandel met zich meebrengt.

1907
Vanwege dit adequate optreden zal de paniek van afgelopen najaar waarschijnlijk niet uitmonden in een nieuwe grote depressie, net als op de beurscrash en paniek van 1907 geen grote depressie volgde. Eén man in het bijzonder verdient hier vermelding: de machtige bankier J.P. Morgan.

Als reactie op de toenemende mate van paniek volgend op de beurscrash van 1907 belegde J.P. Morgan een spoedberaad met meer dan 50 invloedrijke bankiers bij hem thuis. Ten zeerste benadrukte hij het acute belang van liquiditeit voor het financiële systeem. Na enig tegensputteren gingen de opgetrommelde bankiers met J.P. Morgan akkoord om gezamenlijk het systeem van liquiditeiten te voorzien.

Deze en andere acties die met name op het conto van J.P. Morgen geschreven kunnen worden zorgden ervoor dat de crisis van 1907 niet uitmondde in een depressie. Vandaar ook dat u er zo weinig over hoort. En het daaropvolgende jaar, 1908? Toen zette het economische herstel alweer in en stegen aandelen met ruim 45%.

Beleidsmakers, bankiers en burgers zijn nog altijd ontsteld over de plotselinge inval van paniek afgelopen najaar. Net als in 1907 (en 1929) het geval was. Maar zolang wereldwijd op gecoördineerde wijze actie wordt ondernomen en het systeem van liquiditeit wordt voorzien, zal het wellicht blijven bij paniek die net zo plotseling weer verdwenen is als ze gekomen is.

En slimme beleggers als Warren Buffett ? Die hebben inmiddels alweer miljarden verdiend op de beleggingen die ze afgelopen najaar deden in een tijd dat niemand anders meer durfde...

Met vriendelijke groet,
Hendrik Oude Nijhuis

http://www.valueselections.net